Titel:
Over het belang van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
(maar vooral over de onzin die daarover verkocht wordt)
Auteur:
Nico A. A. Baakman
ISBN: 978-90-77970-37-9
Winkelprijs: € 12,50
De Eerste Kamer der Staten-Generaal velt op enige afstand van het politieke gewoel een bezonken en gedistantieerd oordeel over wetsontwerpen die de Tweede Kamer al aangenomen heeft. Zij stelt zich politiek terughoudend op, want Eerste Kamerleden zijn immers niet direct gekozen. Wel houden zij nauwgezet de grondwettigheid, rechtsstatelijkheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de wetgeving in het oog. Kortom, de Eerste Kamer waakt over de kwaliteit van de wet, en haar debatten worden door de rechter gebruikt bij het interpreteren daarvan. Die belangrijke rol kan de Kamer spelen omdat haar leden met maar één been in de politiek staan, en met het andere in de samenleving. Maar bovenal omdat haar fracties niet gebonden zijn aan het regeerakkoord. Daarom is de Eerste Kamer van groot belang voor het land.
Zo ongeveer staat het in de boekjes. Maar klopt het?
Welnee. Dit essay laat o.a. zien dat onze Chambre de Réflexion de afgelopen halve eeuw in ruim 99,5% van de gevallen een jaknikker zonder toegevoegde waarde was. Van belang voor de ambtenaren waaraan zij werk verschaft, voor haar leden, die genoegen en maatschappelijk aanzien aan het lidmaatschap ontlenen, en voor politieke partijen. Die kunnen haar gebruiken om oudgedienden een plekje in de politieke luwte te bezorgen en om zichzelf het referendum en een constitutioneel hof van het lijf te houden. Maar de rechtstaat, de democratie of de burgers? Die hebben er praktisch niets aan.
Douwe Jan Elzinga, hoogleraar staats- en bestuursrecht:
“Hulde. Mooie analyse …Grotendeels mee eens … Mooie vorm van debunking”.
Arno Korsten, emeritus-hoogleraar bestuurskunde:
“Stap voor stap redenerend. Baakman op zijn best. Geweldig geschreven”.